17 juli 2008
Was will das Weib?
Was will das Weib?
Datum: 17-07-2008
Op Scherp mei 2008:
WAS WILL DAS WEIB?
De vrouw van de partij: niet vanzelfsprekend in Scherpenzeel
‘Wat wil de vrouw?’ Deze beroemde vraag kwam recent ter tafel in een redactievergadering van OS. Sinds 1 juli 2006 mogen vrouwen namelijk lid worden van de SGP. De mannen in Scherpenzeel hebben –zij het met een nipte meerderheid– hiervoor de mogelijkheid geopend door de statuten te wijzigen. Maar daarna bleef het stil in Scherpenzeel. Zeer stil. De eerste vrouw die zich als lid aanmeldt moet nog komen.
Hoe is dat mogelijk?
Voorzitter Maarten Zwankhuizen van de Kiesvereniging hier ter plaatse reageert: “Dat kun je het beste aan betrokken SGP-vrouwen vragen. Als Scherpenzeel een beetje overeen komt met de gemiddelde KV in ons land, dan denk ik dat de verklaring is dat er niet zo'n verschrikkelijk grote behoefte is. Bedenk dat het ledenaantal van onze partij al jaren schommelt rond hetzelfde aantal. Er zijn ook nog zeer veel mannen die lid zouden kunnen worden. Als dat al niet lukt, dan verwacht je ook niet dat het storm loopt met vrouwen die lid willen worden. Zeker niet als hun man al lid is en contributie betaalt.”
Tijdens een telefonische rondgang langs een aantal vrouwen uit de ach-terban werd duidelijk dat het om een gevoelig onderwerp gaat. Terug-houdende, aarzelende reacties als: “Alsjeblieft niet mijn naam vermel-den,” “Ik wil eerst even overleggen met mijn man,” illustreren dat.
Op zichzelf staat de gemiddelde Scherpenzeelse SGP-vrouw niet onver-schillig tegenover politiek als zodanig. Al boeit de gang van zaken binnen de gemeente veel minder. Grote landelijke thema’s als bijvoorbeeld ‘Geert Wilders’ daarentegen wel. De krant wordt hierop goed bijgehou-den. Enkele gaven aan met plezier lid te zijn geweest van de jongerenbeweging van de SGP: maar dat stopt vanzelf bij het bereiken van de maximumleeftijd. Ook gaven enkele vrouwen aan wel eens naar een partijbijeenkomst te zijn geweest: “Tja… en dan zie je al die mannen denken: ‘Een vrouw! Wat moet die hier?’, je voelt je dan niet zo op je gemak.”
Ondanks een zekere politieke interesse worden vrouwen toch geen lid. Waarom niet? Naast de bekende redenen zijn er ook opmerkelijke te noemen. Vrouwen associëren lidmaatschap al snel met actief bezig zijn in de partij, als niet vrijblijvend dus. Daar kunnen de mannen een voorbeeld aan nemen. Want in Scherpenzeel hebben we wel 230 mansleden van wie we voor het merendeel nooit meer zien dan de bijschrijving van de jaarlijkse contributie. Daarnaast zijn de vrouwen van mening dat er sprake moet zijn van meer dan gemiddelde interesse in politiek. Dus niet de vanzelfsprekendheid zoals bij de mannelijke evenknie.
Het valt op dat er nauwelijks principiële bezwaren tegen het lidmaatschap naar voren worden gebracht. Er zullen er ongetwijfeld in Scherpenzeel zijn bij wie dat wel het geval is. Als een vrouw wat ‘ziet in politiek’ en daarom lid wil zijn vindt men dat geen probleem. De vrouwen die ik heb gesproken gaven aan daar zelf niets voor te voelen: “Ik heb leukere en zinvollere bezigheden.” Op het moment dat een vrouw een echt politiek ambt (bijvoorbeeld raadslid, kamerlid of burgemeester) zou uitoefenen wordt dat anders. Niet iedereen ziet dat zitten: “Wat zijn dat voor vrouwen die dat willen: ‘Type Kenau?, is dat een Bijbelse positie voor een vrouw?” Wat dat betreft oogsten bekende vrouwen in de politiek zoals Halsema en Verdonk geen waardering bij SGP-vrouwen. Qua presentatie maar ook inhoudelijk bakken die er naar hun idee niet veel van. Moeder zijn en een politieke functie uitoefenen kan ook niet op veel bijval rekenen. Qua tijd en intensiniet op veel bijval rekenen. Qua tijd en intensitteit kan dat niet samengaan. Een staatkundig gereformeerde equivalent van Tineke Huizinga zit er wat dat betreft niet in. Als we dat al zouden willen. De partij steunen kan ook met het uitbrengen van je stem. Dit wordt als voldoende ervaren.
Actieve deelname en grote politieke interesse is niet perse nodig om lid te zijn van de partij: dat is bij de meeste mannen ook niet het geval. Waarom dan toch niet de stap naar lidmaatschap? Enkele reacties op deze vraag: “Waarom zou je nu ineens wel lid worden, dat is nooit geweest,” “Dat leeft toch helemaal niet in Scherpenzeel? ” “Wij <vrouwen> zijn nooit bij de politiek betrokken: wie zit daarop te wachten?” “Met het vrouwenlidmaatschap hebben er hier nog velen grote moeite. Ik voel er niets voor om daar tegenin te gaan. Dat is me de kwestie niet waard.” Uiteindelijk krijgen we toch nog een vrouw te spreken die het lidmaatschap wel ziet zitten: “Niet direct als actief lid, maar meer bedoeld als steun in de rug. (…) Ben benieuwd wie zich als eerste SGP-vrouw meldt in Scherpenzeel. Als er een schaap over de dam is volgen er meer.” Wellicht een signaal richting het bestuur om wat aan deze drempelvrees te doen.
Wat doen jullie om de belangstelling van vrouwen uit de achterban te be-vorderen?
Maarten Zwankhuizen: “Wat betreft openbare bijeenkomsten hopen we altijd, onafhankelijk van de ‘vrouwendiscussie’, op veel belangstelling vanuit onze achterban. De afgelopen jaren zijn veel onderwerpen behandeld die voor vrouwen even interessant waren als voor mannen. Daarbij waren vrouwen altijd al hartelijk welkom. En ze kwamen ook. Daar hoeven we niets speciaals voor te gaan doen. Voor zulke bijeenkomsten zou de belangstelling wel hoger mogen zijn, ongeacht of het nu over mannen of vrouwen gaat. Maar als bestuur doen we niets om het lidmaatschap van vrouwen bijzonder voor het voetlicht te brengen.”
Als je hier nieuw komt wonen heb je als man al gauw Van Rumpt aan de lijn. Dus qua ledenwerving heeft het bestuur niet bepaald een passieve strategie. Waarom dan geen ledenwerving voor vrouwen?
“Vanwege de gevoeligheid in de achterban. Onze leden hebben met een nipte meerderheid voor het voorstel van het hoofdbestuur gestemd om het lidmaatschap voor vrouwen open te stellen. Als bijna de helft van de achterban daar moeite mee had, vindt het bestuur het daarom niet ver-standig om ineens het vrouwenlidmaatschap als speerpunt te gaan neer-zetten. Zeker niet als je bedenkt dat mensen soms ook voorstemden in het partijbelang, maar dat het voor henzelf zozeer niet hoefde. Overigens voeren we absoluut geen ontmoedigingsbeleid. Als er vrouwen zijn die zich aan willen melden en de grondslag van de partij ondertekenen, kunnen ze zonder enige belemmering lid worden.”
Een commissie van wijze mannen uit de achterban heeft een doorwrochte studie gepubliceerd waaruit blijkt dat het lidmaatschap van vrouwen niet in strijd is met de Bijbel. Als je daarnaar kijkt gaan jullie er niet te krampachtig mee om? Worden zo niet allerlei niet wezenlijke gevoeligheden in stand gehouden?
“Ik vind het niet krampachtig dat we zoveel mogelijk rekening houden met onze achterban. Laten we blij zijn dat we ondanks alle verschillen (denk eens aan de verschillen in kerkelijke achtergrond) nog als één partij kunnen functioneren. En dat al 90 jaar als landelijke partij. En als plaatselijke partij al bijna 50 jaar. En daarbij komt dat wij als politieke partij niet mogen of willen oordelen of iemands gevoelens wezenlijk of niet wezenlijk zijn.”
Kan participatie van vrouwen niet bijdragen aan een positieve beeldvor-ming rond de partij? Juist het vrouwenstandpunt roept veel onbegrip op, ook bij mensen die zich kunnen vinden in de meeste standpunten van de partij. Gezien de strekking van het genoemde rapport wordt hierbij immers geen water bij de spreekwoordelijke wijn gedaan.
“De ‘vrouwendiscussie’ heeft inderdaad de beeldvorming over de partij te sterk bepaald. En het heeft het uitdragen waarvoor we als partij staan teveel belemmerd. Alsof lidmaatschap van de vrouw een van de redenen is geweest om de partij 90 jaar geleden op te richten. En alsof dat een wezenlijk onderdeel is van ons beginselprogramma. Niets is minder waar. Daarom is het goed dat we na de genomen besluiten de gelederen sluiten. En als vrouwen willen bijdragen aan de partij, bijvoorbeeld door zich als lid aan te melden en zich actief willen opstellen, dan is dat winst. Dan kan dat inderdaad helpen om de beeldvorming te verbeteren. Maar het gaat me veel te ver om het imago van onze partij alleen maar te koppelen aan de participatie van vrouwen. We moeten vooral niet ineens dwangmatig overal gelijkwaardige verhoudingen willen nastreven. Laten we daarom ook in die discussie gewoon onszelf blijven. En verder bepaald ons optreden als ‘gewone’ leden, politici en bestuurders ons imago sterker dan we denken. Als laatste moeten we niet vergeten dat we met ons beginselprogramma nooit een flitsende, populaire partij zullen worden.”
Het is na het bovenstaande wel duidelijk dat het vrouwenlidmaatschap nog niet zo past binnen de culturele ‘mores’ van reformatorisch Scherpenzeel. Er is een formele mogelijkheid tot lidmaatschap geopend. En daar zal het voorlopig wel bij blijven. Maar uit de woorden van de voorzitter van de kiesvereniging is echter toch duidelijk op te maken dat er geen enkele belemmering is: wie is de eerste?
Vincent van Arkel