17 juli 2008

Het grote kapgeheim

Het grote kapgeheim

Datum: 17-07-2008

Op Scherp mei 2008

HET GROTE KAPGEHEIM

Heel Scherpenzeel stond perplex van de snelheid en het gemak waarmee tientallen bomen in het centrum werden gekapt. “Als het moet, dan moet het. Maar was dit nu echt nodig?”, zal menigeen gedacht hebben. Zou de gemeente altijd zo daadkrachtig werken? Hieronder een overzicht van hoe het zo ver kon komen.

Eerste controle
Op 23 oktober 2006 werd een Plan van Aanpak voor het onderhoud van de bomen gepubliceerd door mevrouw J. S. Slot van het team Uitvoering van de sector Grondgebied. Wat is de achtergrond van dit rapport? In 2006 is er een inventarisatie en visuele boomcontrole uitgevoerd op alle bomen in de gemeente Scherpenzeel. Niet eerder waren gegevens van de bomen bekend. Door deze nulmeting is er een goed beeld ontstaan van de fysieke toestand van het bomenbestand in de gemeente Scherpenzeel.   

Gat in de begroting
Wat zijn de resultaten van deze controle? Uit de visuele boomcontrole is gebleken dat er een grote achterstand is in het onderhoud en dat een fors aantal bomen niet meer bijzonder vitaal is. Het gevolg hiervan is dat relatief veel bomen aangemerkt zijn als risicoboom. Een risicoboom wil zeggen dat er in verband met de veiligheid binnen een jaar maatregelen nodig zijn. Deze maatregelen lopen uiteen van het verwijderen van dood hout tot het vellen van een boom. Volgens artikel 21 van de Grondwet is de zorg van de overheid gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu. Als er een boom op een auto valt of er een tak breekt waardoor er een Scherpenzeler in het ziekenhuis beland of nog erger, kan dat een behoorlijke gat slaan in de begroting van ons dorp. De eigenaar, de gemeente dus, kan dan namelijk aansprakelijk gesteld worden voor deze schade omdat er niet voldoende zorg aan de boom is besteed. De bedoeling van het project is daarom het zo snel mogelijk op orde brengen van het onderhoud aan de bomen en de risico’s op aansprakelijkheid en ongelukken te minimaliseren.

Groot risico
De inventarisatie en de visuele controle bevatten een enorme hoeveel-heid digitale gegevens. De inventarisatie beslaat wel circa 800 bladzijden. Om wat inzicht te geven in de gegevens uit het onderzoek hierbij een paar cijfers. Het totale aantal bomen dat is gecontroleerd in de gemeente Scherpenzeel omvat 7.636 stuks. Van dit aantal blijken 2.990 bomen risicobomen te zijn; dat is maar liefst 39%! Bij deze bomen moet er dus binnen een jaar maatregelen worden genomen. Van deze 2.990 risicobomen zijn 80 bomen aangemerkt als ‘te vellen’, waarvan er 26 risicobomen aangemerkt zijn als ‘direct te vellen’. Gezien het hoge risico zijn deze 26 bomen reeds verwijderd. Van de 2.990 risicobomen zijn maar liefst 2.691 risicobomen waarvan dood hout verwijderd moet worden. Gezien het grote risico zijn 185 bomen op de Eikenlaan al ge-snoeid. Naast het verwijderen van dood hout zijn bij veel bomen ook nog andere problemen aanwezig zoals dubbele toppen, overbelaste takken, enz. Deze problemen worden gelijk met het verwijderen van het dood hout aangepakt.

Algemene reserve
De overige bomen hebben ook te maken met achterstallig onderhoud. Dit kan echter worden opgelost door structureel onderhoud waarvoor de budgetten vanaf 2009 geregeld zijn. Vanaf dat jaar wordt het onder-houdsbudget zelfs jaarlijks opgehoogd. Tot die tijd zal het onderhoud op orde gebracht moeten worden en zal er een inhaalslag uitgevoerd moeten worden. Deze overige bomen vormen een geringere dreiging en kunnen dus in het reguliere onderhoud meegenomen worden. Het aangevraagde en goedgekeurde investeringsbudget van 333.600 euro zal gebruikt worden voor het op orde brengen van de overblijvende 2.779 risicobomen. Dit is een fors bedrag, dat ten laste gebracht zal worden van de Algemene Reserve. Op 21 december 2006 is de raad akkoord gegaan met dit voorstel.

Kwakkelaars
In het bedrag van het budget van ruim 333.000 euro is ook een bedrag van
40.000 euro begrepen voor het aanplanten van 80 nieuwe bomen. Op veel locaties kregen de bomen namelijk te weinig zuurstof, water en voeding. Daarnaast konden de wortels vaak slecht door het zandpakket heen komen, dat aangelegd wordt voor de wegen. Met als gevolg worteldruk en bomen die staan te ‘kwakkelen’. Een goed voorbeeld van een slechte plantplaats waren de zuileiken op Plein 1940. Deze bomen zijn inmiddels allemaal vervangen.

Onkruid
Wanneer men mocht denken dat Scherpenzeel voldoende heeft aan de investering van 330.600 euro voor het ‘groen’, heeft men het mis. Wat is namelijk het geval? Het omvormingsplan plantsoenen kost ook nog eens 175.000 euro. Waarvoor is dit nodig? Het plantsoenenbeleid is in 2007 geëvalueerd. Het bleek dat 90% van de klachten te maken had met de slechte kwaliteit van de plantsoenen. Dat is niet zo vreemd, omdat sinds april 2006 is afgesproken dat de kwaliteit van het onderhoud op een lager niveau zal liggen. Omdat de burgers van Scherpenzeel dit echter niet ge-wend zijn, heeft dit al veel klachten opgeleverd. Wanneer je nagaat dat er volgens dit lagere kwaliteitsniveau van een plantsoen maar 60% geschoffeld hoeft te worden, betekent dit dat op de andere 40% het onkruid welig doorgroeit. Je kunt je afvragen hoe men heeft kunnen besluiten het kwaliteitsniveau naar beneden bij te stellen. Je vraagt dan toch om problemen? Gelukkig heeft de raad op 5 juli 2007 besloten om meer geld beschikbaar te stellen voor het onderhoud. Ook is er onder meer gekozen voor meer onderhoudsarme beplanting.

Te duur
Als we de hoge kosten van bovengenoemde projecten in ogenschouw nemen, kan men zich afvragen waarom er niet meer geld beschikbaar komt voor het onderhoud van de begraafplaats aan de Glashorst. Onze dierbaren liggen daar begraven. In deze tijd van grote welvaart is het toch ongepast hieraan zo weinig aandacht te schenken. Temeer als de begraafplaatsen in omliggende dorpen er wel verzorgd uitzien. Een grotere welvaart blijkt ook hier weer niet samen te gaan met een groter welzijn voor de burger. 

Sterke arm
Helaas is er de laatste tijd voor wel 25.000 euro aan nieuwe aanplant ver-nield. De heer Boertjes van de sector Grondgebied sprak hierover de le-gendarische woorden: “Het is een maatschappelijk probleem, dat door de maatschappij moet worden opgelost.” En dat klopt inderdaad. Er zal een mentaliteitsverandering moeten komen, zodat het vandalisme tot het verleden gaat behoren. We kunnen niet alles uitbesteden aan de sterke arm.

Rien van Koeveringe